|
Doorzettingsreacties en hulpeloze reacties
Waarom vertonen sommige leerlingen doorzettende reacties en reageren anderen hulpeloos wanneer ze geconfronteerd worden met moeilijkheden?
Dwecks onderzoek heeft vier algemeen verbreide overtuigingen die hier over bestaan op losse schroeven gezet:
- De overtuiging dat de meest bekwame leerlingen vaker doorzetterskwaliteiten vertonen.
Vaak denkt men dat de meest bekwame leerlingen diegenen zijn die houden van uitdaging en die doorzetten bij tegenslag.
De waarheid is dat veel van deze leerlingen zich het meeste zorgen maken om te falen.
Zij zijn vaak de eersten om hun eigen bekwaamheid in vraag te stellen
en de moed te verliezen wanneer ze tegen een obstakel botsen.
- De overtuiging dat succes op school doorzetterskwaliteiten voedt.
Je zou kunnen denken dat wanneer leerlingen succes oogsten, zij aangemoedigd worden en gestimuleerd worden om meer uitdagende taken te zoeken.
De waarheid is dat succes op zich weinig bevorderlijk is voor de drang naar uitdaging of voor het vermogen om met tegenslag om te gaan.
Integendeel, succes op zichzelf kan net het tegenovergestelde effect hebben, zo blijkt uit Dwecks onderzoek.
- De overtuiging dat lof, vooral over de intelligentie van een leerling, doorzetterskwaliteiten aanmoedigt.
Dit is de meest gekoesterde overtuiging in onze maatschappij.
Je hoort ouders altijd en overal hun kinderen prijzen om hun slimheid.
Dit vanuit de hoop dat zo'n lof vertrouwen zal inboezemen en op die manier een hele reeks wenselijke kwaliteiten zal produceren.
Dwecks onderzoek toont op zeer overtuigende wijze aan dat dit soort lof bij leerlingen kan leiden tot faalangst en tot het vermijden van alle risico's.
Ze kunnen gaan twijfelen aan de eigen capaciteiten bij een mislukking en slagen er niet in om met tegenslag om te gaan.
- De overtuiging dat het vertrouwen van een leerling in de eigen intelligentie de sleutel is tot doorzetterskwaliteiten.
Het lijkt logisch om te denken dat leerlingen die vertrouwen hebben in hun intelligentie -die duidelijk geloven dat ze slim zijn- niets te vrezen hebben van
uitdagingen en hoe dan ook immuun zijn voor de schade die mislukkingen aanrichten. Dit kan logisch lijken, maar het is niet het hele verhaal of zelfs niet het
grootste deel van het verhaal! Veel van de meest zelfverzekerde mensen willen niet dat hun intelligentie getest wordt en hun zelfvertrouwen vertoont zeer snel
barsten wanneer ze met een moeilijkheid geconfronteerd worden.
De ideeën die onze maatschappij koestert over succes, lof en zelfvertrouwen zijn intuïtief erg aantrekkelijk. Ze spruiten voort uit de zeer aannemelijke overtuiging dat leerlingen die in hun mogelijkheden geloven, het goed zullen doen. Hoe kan dat nu niet waar zijn?
Dweck suggereert niet dat falen en kritiek nuttiger zijn dan succes of lof. Ze zegt ook niet dat het kwaad kan om een gevoel van zelfvertrouwen te hebben,
maar wel dat dit niet de kern van motivatie vormt of de sleutel om te komen tot prestaties.
Bekwaamheid, succes, aanprijzen van intelligentie en zelfvertrouwen zorgen er namelijk niet voor dat leerlingen inspanningen waarderen, of uitdagingen zoeken, of doorzetten wanneer ze een hindernis op hun pad vinden. Dwecks onderzoek toont aan dat heel vaak precies het omgekeerde het geval is!
Maar wat is dan wel bevorderlijk voor het ontwikkelen van doorzetterskwaliteiten?
(De verschillende pagina's over Dwecks onderzoek zijn ook samen beschikbaar als een enkel PDF bestand)
|
|