In ons stappenplan[1] geven we een meer uitgebreide procedure voor de systematische detectie van leervoorsprong bij kinderen in de basisschool.
Voor de DoortoetsActie beperken we ons tot leerjaar 1 tot en met 5, het domein Wiskunde en een zeer eenvoudige procedure, die we hieronder beschrijven.
1 | |
2 | |
3 | |
4 |
Screening: welke kinderen gaan we doortoetsen? |
|
Afname toets LVS Wiskunde Einde huidig leerjaar |
|
Afname toets LVS Wiskunde Midden volgend leerjaar |
|
Doorsturen van gegevens |
Stap 1: welke leerlingen nemen deel?
Leerlingen die in de LVS testen Wiskunde op niveau in percentiel 85 of hoger zitten, worden doorgetoetst.
Deze tabel toont de ruwe scores die hiermee overeenstemmen voor elk leerjaar:
LVS Test Wiskunde | Minimum ruwe score |
M1 | 55 |
M2 | 54 |
M3 | 53 |
M4 | 50 |
M5 | 53 |
|
Je toetst dus elke leerling door (in de volgende stappen van de procedure), die op het LVS wiskunde midden eerste leerjaar (M1) een ruwe score 55 of meer behaalt. Voor het vierde leerjaar volstaat 50.
Je voegt daarbij alle leerlingen, waarvan de leerkracht vermoedt dat ze heel wat meer zouden kunnen dan op dit moment van hen verwacht wordt,
ongeacht hun score op niveau. Mocht een ouder ooit het signaal gegeven hebben dat hun kind zich verveelt, dan is dit een uitgelezen kans om de proef op de som te nemen.
Ook deze leerlingen voeg je toe.
|
Stap 2: toets met de LVS test Wiskunde einde leerjaar
Aan de in stap 1 geselecteerde leerlingen geef je het LVS wiskunde van het einde van hun huidig leerjaar.
Je gaat na bij welke leerlingen de ruwe score minstens de waarde in de nevenstaande tabel is. Dit komt overeen met een CITO C score of beter.
Je vindt deze scores ook terug in je toetsenboek.
|
LVS Test Wiskunde | Minimum ruwe score |
E1 | 38 |
E2 | 32 |
E3 | 32 |
E4 | 31 |
E5 | 34 |
|
Belangrijke opmerking: omdat deze toetsen soms begrippen bevatten die in de klas nog niet aan bod kwamen, geef je een heel korte uitleg bij die zaken.
Het doel van de doortoetsing is immers om inzicht te meten, niet helderziendheid!
In praktijk komt het vooral neer op deze twee zaken, voor het geval deze nog niet aan bod kwamen in de klas:
- Eind leerjaar 4 zitten er decimale getallen in: je geeft een korte uitleg over wat decimalen zijn a.d.h.v. euro's en de vergelijking met eurocenten.
Je zegt gewoon aan de kinderen dat ze de kommagetallen best interpreteren als "prijzen" die ze zien in de winkel.
- Eind leerjaar 5 komen er procenten voor. Geef de uitleg dat 4% evenveel is als 4 op 100 of 4/100 als breuk.
Stap 3: toets met de LVS test Wiskunde midden volgend leerjaar
De leerlingen die in stap 2 op de test einde leerjaar minimum de ruwe score behaalden in kolom 2, toets je in stap 3 door met behulp van het LVS midden volgend leerjaar.
Wie een ruwe score behaalt die gelijk is aan of groter dan de score in de tweede kolom in nevenstaande tabel, behaalt nog steeds een CITO C score op de test wiskunde van een jaar
boven het huidige klasniveau. Van deze leerlingen zeggen wij dat ze een leervoorsprong van een jaar hebben op het vlak van Wiskunde.
|
LVS Test Wiskunde | Minimum ruwe score |
M2 | 39 |
M3 | 37 |
M4 | 34 |
M5 | 35 |
M6 | 31 |
|
Stap 4: resultaten doorgeven aan EduRatio
Vul de groene vakjes van ons Excel bestand[2] in en mail het ingevulde bestand naar ons.
Als je een bepaalde klas niet doortoetst, dan vul je een nul in voor het aantal jongens/meisjes in die klas.
Je hebt tijd tot en met woensdag 18 maart om ons de resultaten door te sturen. Wij bundelen alle resultaten in de overzichtstabel[3] en gebruiken deze in onze
pleidooien voor meer lestijden in de aanloop naar de verkiezingen van 7 juni 2009. De naam van de school wordt niet vermeld, tenzij je expliciet aangeeft dat dit geen probleem vormt. Per slot van rekening
is het geen schande om aandacht te hebben voor de noden van alle kinderen.
Heb je hulp nodig?
Als iets niet duidelijk is in de procedure of als je met een praktische vraag zit, aarzel niet en mail ons!
Wat kan de school aanvangen met de resultaten?
Een CITO C score een jaar boven niveau betekent dat de leerling in kwestie een voorsprong heeft op wiskunde.
Dit betekent echter niet dat deze leerling een jaar zou moeten overslaan!
De toetsresultaten verschaffen wel inzicht in het huidig niveau van de leerlingen die voor Wiskunde uitvallen aan de bovenkant. Afhankelijk van de resultaten hebben deze kinderen andere noden.
Afhankelijk van de afmeting van de voorsprong en van het aantal domeinen waarop een voorsprong bestaat, zal een school inschatten wat de beste oplossing is voor elke leerling.
Dit zijn alvast enkele mogelijkheden:
- bij alle leerlingen met een leervoorsprong van een jaar kan men overbodige delen uit het curriculum schrappen en vervangen door differentiatiemateriaal (zoals Somplex)
- als een leerling een jaar boven niveau nog steeds een A score behaalt op Wiskunde, kan men nadenken over het implementeren van vakversnelling. Hierbij kan men bijvoorbeeld de leerling zelfstandig
(maar steeds onder de geregelde begeleiding van een leerkracht) de leerstof van een hoger leerjaar laten verwerken. Ofwel kan men de lestijden Wiskunde in twee leerjaren op elkaar afstemmen, zodat
de leerling in kwestie tijdens de les wiskunde naar een hoger leerjaar kan verhuizen.
Wellicht is het lonend om bij deze leerlingen ook de voorsprong te meten op andere vlakken met behulp van genormeerde testen begrijpend lezen, spelling en technisch lezen
om na te gaan of deze leerling werkelijk in de juiste klas zit.
|