Studiedag Dies-lekti-kus: voorstelling nieuwe fiches Werkmap Leerzorg
Toespraak van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke
19 oktober 2005
Dames en heren,
Inleiding
Het is misschien niet altijd even zichtbaar voor het grote publiek, maar als
minister spendeer ik elke week behoorlijk wat tijd aan het beantwoorden van
parlementaire vragen. Nog niet zo lang geleden kreeg ik in het parlement op
enkele dagen tijd twee vragen over hoogbegaafdheid. De vraagstellers wezen mij
op de problemen die zich op het terrein voordoen met de opvang en de begeleiding
van kinderen die hoogbegaafd zijn.
Ook jullie aanwezigheid hier vandaag toont aan dat er
ruime aandacht bestaat
voor deze leerlingen en dat we er niet zomaar van mogen uitgaan dat zij zonder
problemen hun hele schoolloopbaan doorlopen. Ik ben verheugd dat ik hier vandaag
mijn visie op het onderwijs aan leerlingen met hoogbegaafdheid mag komen
toelichten.
Diversiteit
Er bestaat een grote diversiteit tussen leerlingen. Ze hebben elk hun eigen
leertempo, hun specifieke talenten en natuurlijk ook hun eigen werkpunten. Ze
hebben allen een verschillende thuissituatie en ze leggen allemaal een eigen
leertraject af. Daarbij zijn er leerlingen die veel ondersteuning nodig hebben,
maar er zijn er ook bij wie we vaststellen dat ze blijkbaar 'vanzelf' leren.
Anders dan in de grote maatschappij mogen we er bij leerlingen evenwel nooit
van uitgaan dat sommige van die leerlingen sterk genoeg zijn om alle
hindernissen in de groei tot volwassene probleemloos te nemen en alle valkuilen
in het leertraject te vermijden.
Bij hoogbegaafde leerlingen bestaat het risico dat we naar hen kijken als
leerlingen met een overschot aan talenten en met capaciteiten om jaloers op te
zijn, … maar veel mindere als een groep leerlingen die ook beperkingen heeft.
Een organisatie als Dies-lekti-kus heeft er al meerdere keren op gewezen dat
deze kinderen wel degelijk specifieke onderwijsbehoeften hebben. Dat een aantal
onder hen zelfs het risico lopen door de miskenning van die noden in hun
schoolse loopbaan te falen. In die zin moeten we hen erkennen als een
risicogroep en erover waken dat ze evenveel kansen krijgen als alle andere
leerlingen om zich te ontwikkelen.
De vraag die we onszelf hierbij moeten stellen is hoe zorgen we voor die
gelijke kansen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze leerlingen zich net als de
anderen zich goed voelen in onze klassen? Hoe kunnen we hen helpen hun talenten
maximaal te benutten?
Sommigen onder ons zullen van oordeel zijn dat we de scholen extra middelen
moeten geven voor hoogbegaafde leerlingen of sterker nog dat hoogbegaafdheid als
indicator mee opgenomen moet worden in ons nieuw financieringssysteem. Ik ben
hiervan geen voorstander omdat we op die manier voorbijgaan aan waar het volgens
mij werkelijk om draait namelijk: Wat zijn de vaardigheden van leerkrachten om
met deze leerlingen om te gaan? Het gaat er mij met andere woorden niet om
méér leerkrachten te voorzien voor deze groep, maar wel ervoor te zorgen dat
leerkrachten beter in staat zijn om deze kinderen en jongeren te begeleiden in
hun ontwikkeling.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat leerkrachten vandaag de dag zich blijvend
zullen moeten bekwamen in het omgaan met verschillen tussen leerlingen. Dit is
volgens mij een zeer belangrijke peiler om de vragen van leerlingen en ouders
aan het onderwijs te kunnen blijven beantwoorden. Het is natuurlijk geen taak
van de leerkracht alleen. Het is ook de taak van het schoolteam en de
scholengemeenschappen.
Onderwijsprofessionals en leergemeenschappen
Professionalisering van leerkrachten vraagt een zekere structuur. Dan denk ik
niet op de eerste plaats in termen van een plan dat de overheid moet opleggen
aan scholen. De overheid wil de scholen wel aanzetten om binnen hun eigen
instelling een leercultuur te creëren. Leren op school is niet alleen een
proces van de leerlingen. Het hele schoolteam, inclusief de schoolleiding en het
schoolbestuur, zouden leerbereidheid, leergierigheid tot een houding moeten
maken. Het zou deel moeten uitmaken van de schoolcultuur. Als overheid kunnen we
deze schoolcultuur niet met decreten en regels afdwingen maar we kunnen wel
voorwaarden scheppen en stimulansen geven.
Het is misschien niet het eerste waaraan u denkt, maar de uitbouw van de
scholengemeenschappen, is zo'n voorbeeld van het scheppen van een voorwaarde om
de kennis en vaardigheden en de leercultuur in scholen te stimuleren. Deze
structuur laat toe om expertise op verschillende domeinen te bundelen. Kennis
inzake zorg en leerproblemen, ook voor hoogbegaafde leerlingen, is daar één
voorbeeld van.
Door de bundeling van expertise op het niveau van de scholengemeenschap is
een grotere specialisatie maar ook een optimale inzet van knowhow mogelijk. Een
kleine groep collega's is niet meer uitsluitend afhankelijk van de toevallige
interesse van één persoon die zich in een probleem verdiept. Door kennis te
verzamelen en te delen op het niveau van de scholengemeenschap kan een veel
grotere groep de expertise benutten. Tussen collega's van de scholen kunnen
netwerken ontstaan, waarin collega's ervaringen uitwisselen en - waarom niet -
kleinschalige experimenten opzetten en eruit leren. Op dat niveau kunnen scholen
ook op langere termijn plannen in welke domeinen ze kennis moeten ontwikkelen en
kan het beleidsvoerend vermogen worden verhoogd. Scholen moeten volgens mij
evolueren naar een meer algemene aanpak voor het omgaan met specifieke noden van
leerlingen. De zorgcoördinator kan daar een bepalende rol in spelen.
Aandacht voor hoogbegaafdheid moet deel uitmaken van een strategisch plan
waarin ook het omgaan met allerhande leerproblemen een plaats krijgt. Ik ben
ervan overtuigd dat de scholengemeenschappen nog heel wat potentieel hebben om
een zorgbreed beleid te ontwikkelen.
De scholengemeenschappen zelf mogen echter niet als eilanden functioneren. We
moeten scholen ook de nodige ondersteuning blijven bieden. Voor het omgaan met
leermoeilijkheden op school zullen bijvoorbeeld de centra voor
leerlingenbegeleiding een belangrijke rol spelen. Naast de individuele
begeleidingen zullen zij zich ook verder moeten bekwamen in het begeleiden van
scholen in de uitbouw van de zorg. Zij zullen samen met de pedagogische
begeleidingsdiensten vanuit een tweede lijn de school moeten blijven versterken
in hun draagkracht voor leerlingen met specifieke noden.
Nieuwe fiches voor de Werkmap Leerzorg
Naast de structuren moeten we natuurlijk ook naar de praktijk kijken, naar
dat wat er zich in de klas afspeelt, naar de competenties van de leerkracht.
Daar situeert zich de kern van het onderwijs en het is ook daar dat we de
leerlingen echt kunnen helpen.
In dit verband wil ik nogmaals wijzen op de verdienste van de vzw
Dieslektikus en mijn erkentelijkheid voor hun geleverde werk benadrukken. Vanaf
huidig schooljaar werkt Dieslektikus trouwens op dubbele kracht. We zijn er van
overtuigd dat het versterken van de organisatie een bijzonder zinvolle
investering zal betekenen.
De werkmap 'Leerzorg' is intussen uitgegroeid tot een standaardwerk voor wie
naar concrete voorstellen van aanpak op zoek is. Het is ongetwijfeld zo'n
instrument dat in scholen en scholengemeenschappen leerkrachten stimuleert om de
eigen kennis en vaardigheden te versterken. Ze moeten er zelf mee aan de slag en
zo vergroot het ook hun professionaliteit. Ik ben bijzonder tevreden dat nu ook
problemen die samenhangen met hoogbegaafdheid in deze map hun plaats krijgen.
Het is erg belangrijk dat de fiches talrijke wenken voor de praktijk bevatten
omdat ik ervan overtuigd ben dat we bij leerlingen met speciale noden nooit
mogen blijven steken in het benoemen of labelen van de problemen. Binnen het
onderwijs stellen we soms vast dat het voor leerkrachten voldoende is om te
weten welke stoornis een leerling heeft. Ik ben erg blij dat de map een
heel stuk verder gaat. De fiches zijn een handig instrument met het oog op het
erkennen en het detecteren van de problematiek, maar zullen voor velen ook een
leidraad zijn bij het omgaan met en begeleiden van deze leerlingen. Op deze
manier kunnen we de hoogbegaafde leerlingen daadwerkelijk ondersteunen.
Vandaag heeft de vzw Dieslektikus de werkmap 'leerzorg' uitgebreid met nieuwe
fiches én aan u voorgesteld. Bij het doornemen ervan besef ik hoe complex maar
tegelijk uitdagend de job van leerkracht is. Met grote bewondering wil ik alle
onderwijsprofessionals van harte steunen in het werken met zeer verschillende
leerlingen en ben dan ook blij dat we met hulpmiddelen als deze een bijdrage
kunnen leveren.
Ik dank u.
|